Het verhaal van Anton Fijnebuik
Dit is het verhaal van Anton Fijnebuik, een Haagse Canadees. Anton heeft in 1945 de zomer doorgebracht bij de familie Veurman. Hij heeft zijn herinneringen opgeschreven:
Direct na de oorlog van 1945 kwamen ze van de NH kerk te vragen waar je naar toe wou om op te knappen van die hongerwinter. Nu dat herinner ik mij nog goed. Ik was toen 14 jaar, en de laatste zes maanden waren erg slecht. Niet voor herhaling vatbaar. Mijn ouders hadden een pension, mijn vader kookte voor die gasten totdat het niet meer kon. Dat was van kerst tot mei 1945. Hij werd zelf ziek, een soort hongerziekte. Maar dit alles liep goed af. Alhoewel het erg dicht bij kwam. Mijn moeders ouders leefden in Zeeland en ook daar hadden ze in maanden niets van gehoord. Ze zijn toen op de fiets gaan kijken wat er nog over was in Zeeland. In die tussentijd kwamen ze van de kerk, waar ik naar toe wilde, Zweden, Noorwegen of Zwitserland of ergens bij de boer in het Noorden. Mijn ouders waren niet thuis en dit alles gebeurde zo snel, dus ik dacht ik neem het Noorden, kan ik altijd nog terug, was nog bang ook.
In ieder geval, er was een oude bus, die vele malen beschoten was geweest, een Amerikaanse chauffeur en eind mei of begin juni 1945 ging de bus op pad, met al die uitehongerde kinderen. Het was definitief, geen pretje. Het duurde allemaal lang, de chauffeur raakte de weg kwijt. Vergeet niet, alles was nog een rommeltje van de oorlog. We kwamen ergens uit bij Drachten, Beetsterzwaag, en overal werden de bleekneusjes en uitgehongerden met hun koffertjes neergezet.
In het midden van de nacht kwam ik in Tolbert, waar ik nog nooit van had gehoord. En daar bij smit Bos, daar stond een onbekend meisje op mij te wachten, en dat was Jantje. Op de fiets werd alles geladen en wij lopend naar de Petten. Kwamen om een uur of twee aan. Verbaasd, verwilderd, en dat was de eerste ontmoeting bij de familie Veurman. Ik naar bed. Wat er de volgende dagen is afgespeeld weet ik niet meer. We waren afgezet bijde 'Olde Grijze' in Tolbert en Ds. Bonenaar, Bogenaar of zoiets had veel met ons te doen.
Nu was ik al gauw thuis bij de familie Veurman. Kon direct goed opschieten met Jantje en Geert. Bart en Hennij, dat duurde wat langer. Dus daar zat ik midden in de Petten met nog meer 'Oet van Housers'. Bij Dijkstra twee jongens uit Utrecht, bij Kuperus ook één, maar die was Gereformeerd. Of dat nu zo veel verschil is weet ik niet. En bij v/d Lei waren ook jongens. En bij Stelma als ik me niet vergis. Maar goed, dat was mijn eerste ervaring op de boerderij. Ik was zo groen als gras, wist niet van dat leven af. Maar leerde wel snel. Dat is een van de mooiste zomers in mijn leven geweest. Ik mee met Geert en Hennij naar de korfbalclub. En Geert en ik op onze manier aan het struun'n, wist ik wat dat was. Alles bij elkaar hebben we veel lol gehad. Hielp mee zo goed en kwaad als dat ging op een boerderij. Maar weide slepen en gieren dat ging al gauw. En alles moest bij de Veurmannen heel netjes gebeuren. Geen plaggen laten liggen. Zo stak ik mijn klomp tussen de weidesleep, toen kreeg ik mijn poot er onder. Ik schreeuwen, maar alles liep goed af. Dat was een mooi paard, die of zij heette Felinka. Op een keer met hooi binnen halen (die grond was daar zo zacht), dat paard zakte tot zijn buik in de grond. Geert kwam erbij, het paard werd van de wagen gehaakt en toen kwam hij er weer uit. In korte tijd heb ik veel geleerd in de Petten.
En ik ben er heel wat tussen genomen. Als de koeien op elkaar sprongen, wist ik veel in die tijd. Maar toen zei Otter de melk.man [melkophaler]: 'Ze willen kijken of er meer gras is in het andere weiland'. En ook toen ik hielp duwen, die melkwagen, want het paard kon het niet trekken, zei hij. Dus ik duwen op die zandweg, want de melkauto stond te wachten. Nu en Otter maar lachen, die vent lachte zich rot. Dat zijn dingen die je nooit meer vergeet. 'Soest die jou net vergriemen Heite'. Dat hebben Geert en ik wel eens tegen elkaar gezegd. Of ik mocht met een koe naar v/d Weg. Was ze trots als een aap. Of met het paard naar de hengst. Geloof dat mijn ogen eruit vielen als je dat allemaal zag als een stadse jongen. Ook mocht ik de korfbalclub-wagen rijden, in de optocht in Boerakker. Ik heb er nog een foto van. Mijn gezicht van: ik achter dat paard.
Na de zomer moest ik weer terug naar school. En ik wilde niet. Dus mijn vader kwam me halen uit de Petten. Moest en zou weer terug naar de Mulo. Wat ook gebeurd is, ik ben geen schooltype. De familie verhuisde naar Veenwouden en ik ben altijd blijven komen. Maar in Tolbert heb ik nog meer beleefd. Als we brood aten, dan krasten we op het tafelzeiltje aan hoeveel boterhammen we aten. En supp'nbrei met stroop. Ik was uitgehongerd denk ik. Maar ook leerde ik al gauw hoe alles bij de Veurmans liep. Moeder Veurman onder aan de trap: 'Geert, Bart er af'. Dat betekende melken. En om de week Jantje en Hennij, want die hielpen ook trouw mee.
Vader Veurman, dat is de beste boer die ik ooit heb gezien. Veurman liep door zijn land, vertelde wat er gebeuren ging of gedaan moest worden. Ik zie hem nog distels plukken met de blote handen, die man kon met zijn land en koeien praten. Geert moest maaien, dat was ook zijn job. Bart deed veel de sloten. Die man had een hart van goud. Dat is de waarheid. Moeder Veurman was daarentegen erg streng. Als ik iets deed wat niet mocht, dan hoord ik dat wel. Ik gaf de paarden altijd veekoekjes en dat paard wist dat precies. Dan hapte hij naar mijn zakken met die dikke lippen, maar dit alles mocht niet van moeder Veurman. Maar zo alles bij elkaar, Tolbert heeft zijn stempel op mij na gelaten. Herinneringen die ik nooit zal vergeten.
Het vreemde is, waar ik nog steeds niet over uit kan, is dat ik een vrouw heb uit Tolbert. Ik had haar in Tolbert nooit gezien. Ze woonde in Den Haag, ook nooit gezien. En toen ik uit Canada over was ontmoette ik haar bij een nicht van mij. Toen dacht ik, nu moet je vlug zijn, want ik was maar voor 21 dagen over. Ik heb haar direct gevraagd of ze mee ging naar Canada. Viel gelijk met de deur in huis. Voor dat Fennij naar Canada kwam hebben we een half jaar met elkaar geschreven.