Veemarkt in Tolbert
De eerste markten in Tolbert waren veemarkten. Zover als we terug konden gaan, werden er vanaf 1770 beestenmarkten gehouden in Tolbert. In de eeuw die volgde, werden markten van wisselende grootte gehouden, met name uit angst voor besmettelijke ziekten, zoals veepest, hielden veel boeren hun vee liever thuis. Erg veel dieren gingen er trouwens verloren door deze epidemieen.
Na deze zware periode maakt de Tolberter beestenmarkt een enorme groei door. In 1853 werden er maar liefst 1700 runderen en 450 schapen aangevoerd. De veemarkt groeide als het ware met de behoefte van de boeren. Met de komst van de Duitse overheerser ging het bergafwaarts met de beestenmarkt. De Duitsers verboden zelfs het houden van een jaarmarkt.
Op de voorjaarsmarkt van 1954, die was bedoeld als aanzet voor het in ere herstellen van de traditie, werd slechts één koe aangevoerd. Op 23 juni 1953 werd de markt tenslotte officieel opgeheven. De markt werd destijds gehouden op de plaats waar voorheen garage Liewes gevestigd was en later achter de Postwagen.
Het bleef niet alleen bij een beestenmarkt, ook de goederenmarkt had destijds een respectabele omvang. Uiteraard kwamen er ook veel mensen van buiten Tolbert naar de marktdag. Omdat er op deze marktdagen extra geld binnen kwam, werden deze gelegenheden aangegrepen om de schulden te vereffenen. De landbouwvereniging had bijvoorbeeld de afspraak met afnemers gemaakt om op de marktdagen de nog uitstaande rekeningen te voldoen.
Uit: Oud Nieuws 1, nr. 1 1995