Zuiderweg 7-9
Artikelindex
Kort overzicht van het vervoer in de provincie Groningen door de jaren heen.
Van de snik (in het Westerkwartier beter bekend als trekschuit) en de postwagen, via hondenkar, bodekar en bodewagen naar de moderne lijndienst.
Ongeveer 1850 was er de snik "De Bol", die vijf dagen in de week zeilde van Leek, Nietap en Roden, naar zijn ligplaats voor de Slingerij, buiten de A-poort.
Dit vervoer van goederen en reizigers stelde in die tijd nog niet veel voor.
Omstreeks 1900 waren de tijden aan het veranderen, er kwamen motorboten. Ook in Tolbert, nadat in 1906 de Tolbertervaart was gegraven. Voor de beurtvaart was de bloeiperiode van 1914 tot 1922, maar tijdens de crisis tijd van de dertiger jaren moesten veel beurtschippers het loodje leggen.
Over de weg was er ook al vervoer, eerst door middel van hondenkarren, die soms door vier honden werden getrokken: een hard leven! Daarna verschenen de bodekarren, dat waren kapwagens met paarden ervoor.
Overzicht boderijders
1913 - 132 boderijders, die allemaal een bodedienst op Groningen hadden.
1922 - 132 bodekarren op Groningen en 17 bodewagens, meest oude T-Fords, tegen 3 hondenkarren.
In 1930 was de hondenkar uit het straatbeeld verdwenen en waren er nog 40 bodekarren tegen 246 bodewagens, T-Fords, A-Fords of chevrolets
De vismarkt in Groningen stond in 1928 vol bodewagens, maar op 2 augustus 1940 zijn de standplaatsen van de boderijders van de Vismarkt, de Grote Markt, het
Damsterdiep en het Zuiderdiep verplaatst naar de Bloemsingel.
Boderijder Otter, had toen standplaats E 281
In het overzicht van 1935 van de bodediensten, reed A. Noordhuis op Tolbert en J. Homan op Leek. Tevens was er de bodedienst Gebr. Prins uit Boerakker, die allen hun standplaats hadden op de Vismarkt in Groningen
Bronnen:
- Met de Boderijder naar Groningen; De geschiedenis van de Bodediensten - 1987
- Almanak van Hazelhoff
- Interview fam. Otter
- Foto's Dorpsarchief